Psychiatrische comorbiditeit bij patiënten met vertigo- en duizeligheidsklachten
10 september 2014
Auteur: Birgit Bax-aan de Stegge.
Bij ongeveer 30-50% van patiënten met vertigo- en duizeligheidsklachten zijn de klachten niet goed somatisch te verklaren. In een eerder onderzoek bij 189 patiënten met vertigo- en duizeligheidsklachten kreeg 52,4% de diagnose somatisch onvoldoende verklaarde klachten (SOLK). Patiënten met somatisch verklaarde vertigo- en duizeligheidsklachten hebben echter ook vaak psychiatrische comorbiditeit. Dit lijkt vaker voor te komen bij patiënten met vestibulaire migraine of de ziekte van Menière dan met bijvoorbeeld neuritis vestibularis of benigne paroxysmale positieafhankelijke duizeligheid.
In deze studie werd onderzoek gedaan naar de prevalentie van psychiatrische comorbiditeit bij 547 patiënten die zich presenteerden in een gespecialiseerde kliniek voor multidisciplinaire behandeling van vertigo- en duizeligheidsklachten. Bij deze patiënten met zowel somatisch verklaarde dan wel niet somatisch voldoende verklaarde klachten werd gekeken naar psychiatrische comorbiditeit, psychosociale impact en kwaliteit van leven. Nadat de patiënten een neurologisch onderzoek met aanvullende vestibulaire testen hadden ondergaan kregen ze een gestructureerd interview en vragenlijsten ter evaluatie van psychiatrische stoornissen en kwaliteit van leven. Bij 80,8% van de patiënten waren de vertigo- en duizeligheidsklachten somatisch te verklaren en 48,8% had een comorbide psychiatrische aandoening. Hierbij ging het meestal om een angststoornis, somatoforme stoornis, stemmingsstoornis of een combinatie hiervan. De prevalentie psychiatrische aandoeningen was aanzienlijk hoger bij de patiënten met somatisch onverklaarde vertigo- en duizeligheidsklachten (75,2%). In totaal had 42,5% van de patiënten met somatisch verklaarde klachten psychiatrische comorbiditeit. Dat waren vooral patiënten met vestibulaire paroxismen, de ziekte van Menière of vestibulaire migraine. Bij hen was er vaker sprake van een angst of somatoforme stoornis. Patiënten met een benigne paroxysmale positieafhankelijke duizeligheid of centrale vertigo hadden vaker last van een stemmingsstoornis. De prognose voor de groep patiënten met somatisch onverklaarde vertigo- en duizeligheidsklachten en psychiatrische comorbiditeit was het slechtst, met vaker een chronisch beloop van de klachten. Patiënten zonder psychiatrische comorbiditeit rapporteerden minder vertigo-gerelateerde klachten en minder depressieve-, angst- en somatisatieklachten en een hogere kwaliteit van leven.
Concluderend heeft ongeveer de helft van patiënten met vertigo psychiatrische comorbiditeit. De subgroep met somatisch onverklaarde vertigo- en duizeligheidsklachten en psychiatrische comorbiditeit ervaart de meeste klachten en beperkingen en heeft een slechtere prognose. Deze groep doet ook vaker een beroep op de gezondheidszorg. Opvallend is het vaak voorkomen van psychiatrische comorbiditeit bij patiënten met vestibulaire paroxismen, de ziekte van Menière en vestibulaire migraine. Het is van belang om hiermee in een vroeg stadium rekening te houden bij het diagnosticeren en behandelen van patiënten met vertigo- en duizeligheidsklachten. Psychologische begeleiding dient een mogelijk onderdeel te zijn in een multidisciplinair behandelplan.
Het is nog niet duidelijk waarom er specifieke comorbiditeit tussen vertigo en angststoornissen bestaat. Eerder onderzoek liet een verband zien tussen angst en het voorkomen van balansstoornissen. Er is een mogelijke associatie door neuroanatomische verbindingen tussen het vestibulaire systeem en neuronale netwerken die betrokken zijn bij angststoornissen. De balansproblemen bij patiënten met een vestibulaire aandoening verschillen echter van die van patiënten met een angststoornis.
Lahmann C, Henningsen P, Brandt T e.a. Psychiatric comorbidity and psychosocial impairment among patients with vertigo and dizziness. JNNP 2014;0:1-7