Langdurige therapie niet effectiever dan eenmalig consult bij patiënten met chronische whiplash klachten.

Langdurige therapie niet effectiever dan eenmalig consult bij patiënten met chronische whiplash klachten.

Langdurige therapie niet effectiever dan eenmalig consult bij patiënten met chronische whiplash klachten.

Auteur: Birgit Bax-aan de Stegge.

Een whiplash is een acceleratie-deceleratiemechanisme waarbij krachten inwerken op de nek. Het treedt op bij (auto-)ongevallen, met name bij aanrijding van achteren of van de zijkant, een zgn. ‘whiplashongeval’. Het mechanisme kan resulteren in een, waarschijnlijk tijdelijke, beschadiging van de weke delen van de halswervelkolom en kan een verscheidenheid aan klachten veroorzaken (whiplashklachten, whiplashsyndroom of whiplash associated disorder – WAD). Meer dan de helft van patiënten met whiplash klachten houdt langer dan zes maanden na het trauma last. Deze klachten gaan gepaard met grote sociale en economische gevolgen.

Tot op heden was er weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van diverse behandelstrategieën. Recent zijn echter in de Lancet de resultaten gepubliceerd van de PROMISE  studie, een goed uitgevoerde RCT, waarbij 172 patiënten met chronische whiplash klachten met gemiddeld twee jaar klachten werden geïncludeerd.

Alle 172 patiënten ontvingen een zelfmanagementboekje met informatie over whiplash, hoe om te gaan met de geassocieerde klachten en een eenvoudig oefenprogramma om de nekpijn te verminderen. De helft van de patiënten werd vervolgens gerandomiseerd voor een intensieve individuele oefentherapie gedurende 12 weken onder begeleiding van een fysiotherapeut. Deze behandeling bestond uit nekoefeningen welke geleidelijk werden uitgebreid naar oefeningen voor het hele lichaam. In de zevende week werd er gestart met een graded activity programma. Tijdens dit hele traject werden er door de fysiotherapeuten cognitief gedragstherapeutische strategieën toegepast bij de begeleiding van de patiënten.

De controlegroep kreeg een eenmalig fysiotherapeutisch consult, waarin het zelfmanagementboekje werd uitgelegd en de oefeningen werden gedaan met minimale begeleiding. Daarna werden de patiënten geacht zelfstandig deze adviezen op te volgen en de oefeningen te doen. Er was nog twee keer de mogelijkheid om telefonisch contact te zoeken met de fysiotherapeut voor uitleg. In de studie werd ook gekeken naar de invloed van een overgevoelig pijnsysteem of psychische stress op het effect van de behandeling. Hierbij werd de mate van neuropathische pijn en pijndrempels voor druk en koude gemeten en werden tekenen van een post traumatische stress stoornis of aanwezigheid van catastroferende gedachtes onderzocht.

Na inclusie werden patiënten gedurende een jaar gevolgd. De primaire uitkomstmaat was de ervaren pijn op een schaal van nul tot tien na afloop van de behandeling. Beide groepen verbeterden in het jaar dat zij werden gevolgd. Gemiddeld gaven patiënten hun pijn bij aanvang van het programma een cijfer tussen de 5,5 en 6; na een jaar was dit 3,7 in de interventiegroep met intensieve begeleiding en 4,4 in de controlegroep met een éénmalig consult. Dit verschil tussen de groepen was niet statistisch significant. Op secundaire uitkomstmaten als ervaren pijn gedurende de afgelopen 24 uur, kwaliteit van leven, beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom waren er geen verschillen. Al dan niet aanwezigheid van psychische stress of een overgevoelig zenuwstelsel had ook geen invloed op de uitkomstmaten.

De auteurs van dit artikel concluderen dat patiënten met chronische whiplash klachten niet méér baat hebben bij een intensief oefenprogramma van 12 weken dan bij een eenmalig fysiotherapeutisch consult met voorlichting en advies. Educatie en advies zou even effectief zijn als een duurdere en intensievere fysiotherapeutische behandeling. Begrip van onderliggende mechanismen voor het ontstaan van chronische pijn en beperkingen is van belang evenals kennis over hoe deze boodschap over te brengen naar de patiënt.

In een begeleidend commentaar waarschuwt fysiotherapeut en universitair hoofddocent Jo Nijs van de Vrije Universiteit Brussel voor het verlaten van de intensieve oefentherapie bij deze patiëntengroep: ‘De vraag is veeleer hoe en wanneer te oefenen met patiënten met chronische whiplash klachten.’

Michaleff ZA, Maher CG, Lin CW, Rebbeck T, Jull G, Latimer J, Connelly L, Sterling M. Comprehensive physiotherapy exercise programme or advice for chronic whiplash (PROMISE): a pragmatic randomised controlled trial. Lancet 2014; epub 4 april.

Nijs J, Ickmans K. Chronic whiplashwhiplash-associated disorders: to exercise or not? Lancet. 2014; epub 4 april.


Tags:

Related Posts

Back to Top